Plan: | Spoorverdubbeling Heerlen-Landgraaf |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9931.PIPSVHL-VG01 |
het inpassingsplan Spoorverdubbeling Heerlen-Landgraaf met identificatienummer NL.IMRO.9931.PIPSVHL-VG01 van de provincie Limburg;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
beschermd dorpsgezicht als bedoeld in artikel 1, onder g, van de Monumentenwet 1988;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
elke constructie van enige omvang die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, zoals gebouwen, kunstwerken en voorzieningen voor elektrotechnische systemen zoals schakelkasten;
de hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf;
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overige);
voorziening ten behoeve van kort parkeren bij een station;
constructie zoals een viaduct, onderdoorgang, brug, tunnel, duiker of een faunavoorziening ten behoeve van de kruising met infrastructuur;
de gemiddelde hoogte van het aansluitende grondoppervlak;
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
bouwwerk ten behoeve van het in- en uitstappen van reizigers;
alle voorzieningen die het mogelijk maken dat reizigers kunnen in- en uitstappen, alsmede wachtruimten, perronoverkappingen en voorzieningen voor service en verkoop;
het etaleren van prostituees achter vensters, met de kennelijke intentie passanten te werven voor prostitutie;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
een oversteek voorziening op een station waardoor reizigers de sporen kunnen oversteken;
verkeersweg met rails waarop in treinen personen of goederen vervoerd worden;
ten behoeve van de spoorlijn noodzakelijke bouwwerken en voorzieningen, waaronder aardebanen, spoorstaven, dwarsliggers, ballastbed, bovenleidingen met draagconstructies, kunstwerken, geluidsschermen, afwateringssloten, paden ten behoeve van onderhoud en bereikbaarheid voor hulpdiensten alsmede elektronische systemen voor onder andere energievoorzieningen, beveiliging en telecommunicatie en open terreinen zoals wegen, voetpaden, watergangen en waterkeringen, bermen en groenvoorzieningen en overige verhardingen alsmede de spoorlijn kruisende wegen en waterlopen;
alle voorzieningen die het mogelijk maken dat reizigers gebruik kunnen maken van de trein. Deze voorzieningen bestaan uit de spoorwegvoorzieningen alsmede toegangen, perrons, sporen, toegangspoortjes, wachtruimten, voorzieningen voor service en verkoop, stalling voor fietsen en andere voor stationsdoeleinden gebruikte bouwwerken. Tevens kunnen bouwwerken voor het onderbrengen van Elektrotechnische systemen worden gebouwd;
een stijgpunt is een voorziening op een station waardoor reizigers een hoogteverschil kunnen overwinnen. Stijgpunten kunnen als roltrap, gewone trap of lift zijn uitgevoerd;
het op de openbare weg door handeling, houding, woord, gebaar of op andere wijze benaderen van het publiek, met de kennelijke intentie passanten te werven voor prostitutie;
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede water aan- en/of afvoer, waterberging en waterkwaliteit;
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;
vanaf het maaiveld tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de aangegeven hoogtes worden gemeten ten opzichte van het aansluitend maaiveld, tenzij anders aangegeven;
de hoogte van de geluidschermen wordt gemeten en weergegeven ten opzichte van de bovenkant van de spoorstaaf;
vanaf het maaiveld tot aan het hoogste punt van het kunstwerk waarbij op het kunstwerk aangebrachte voorzieningen zoals geluidschermen, draagconstructies voor de bovenleiding, luchtkokers, antennes, hekwerken en daarmee vergelijkbare constructies buiten beschouwing blijven.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van andere bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3,5 meter;
b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,5 meter bedragen;
c. de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen mag ten hoogste 10 meter bedragen;
d. de bouwhoogte van de andere bouwwerken en kunstwerken, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag ten hoogste 10 meter bedragen.
De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels.
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Leiding - Gas' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een aardgastransportleiding met een druk van 8 bar.
Op de voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de bestemming waarbij de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 m mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in lid 6.2 een omgevingsvergunning verlenen voor bebouwing ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen overeenkomstig de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de leiding en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren en beheren van de leiding.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De in 6.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de leiding en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren en beheren van de leiding.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en bescherming van een een bovengrondse 220 kV-hoogspanningsverbinding.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van de bestemming en met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in 7.2 een omgevingsvergunning verlenen voor bebouwing ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen overeenkomstig de bouwregels van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de hoogspanningsverbinding en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren en beheren van de hoogspanningsverbinding.
Het is verboden op of in de 7.1 bedoelde gronden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
a. het aanbrengen en/of rooien van hoog opgaande beplanting en bomen;
b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
c. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
d. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
e. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen en egaliseren;
f. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
g. het permanent opslaan van goederen of materialen;
h. het tijdelijk opslaan van brandbare stoffen en/of materialen.
Het verbod in 7.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden die:
a. reeds in uitvoering zijn bij het van kracht worden van het plan;
b. het normale onderhoud ten aanzien van de verbinding en belemmerde strook betreffen;
c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning;
d. voorwaarden vergunningverlening.
De in 7.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de leiding en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren en beheren van de leiding.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen geldt dat op en in de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden geen bouwwerken zijn toegestaan.
Het bepaalde in 8.2.1 is niet van toepassing op bouwwerken:
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in 8.2.1 een omgevingsvergunning verlenen voor bouwwerken overeenkomstig de bouwregels van de andere voorkomende bestemmingen, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport overlegt, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en op basis van dat rapport kan aantonen dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 8.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden, die:
De in 8.4.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport overlegt, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en op basis van dat rapport kan aantonen dat:
Het bevoegd gezag is bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, blijkt dat:
De voor 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud van ter plaatse bestaande bebouwing, bouwwerken en bebouwde gronden, zowel afzonderlijk als in hun onderlinge samenhang, die een beeld opleveren dat van algemeen belang is vanwege de schoonheid, de betekenis voor de wetenschap, de cultuurhistorische waarde en de ruimtelijke structurele samenhang.
Op de voor 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd.
Het in 9.2.1 bepaalde is niet van toepassing indien en voor zover het oprichten van bouwwerken verenigbaar is met het beheer, de ontwikkeling en het behoud van de karakteristiek van het beschermd dorpsgezicht en vooraf advies aan het bevoegd gezag is gevraagd, met dien verstande, dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 9.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden, die:
De in 9.3.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning een rapport overlegt, waaruit blijkt, naar oordeel van het bevoegd gezag, dat de geen afbreuk wordt gedaan aan het karakter en de schoonheid van het beschermd dorpsgezicht.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Indien maten met betrekking tot afstanden, hoogten, oppervlakten en volumes van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet dan wel de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan de bouwregels uit Hoofdstuk 2 te boven gaan, mogen deze maten ter plaatse als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
Onder het gebruiken als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt tevens verstaan het in gebruik geven of laten gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.
Alleen een verboden gebruik, als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden en/of water:
Als een verboden gebruik, als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval beschouwd het gebruik:
Het bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van de regels van het plan, voor:
Er kan niet worden afgeweken als bedoeld in 13.1, indien de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen in onevenredige mate worden beperkt en/of indien ter plaatse aanwezige waarden op onevenredige wijze worden of kunnen worden aangetast.
Een beslissing omtrent het verlenen van een afwijking of het stellen van nadere eisen wordt niet eerder genomen dan nadat belanghebbenden gedurende twee weken, na publicatie van het voornemen tot het verlenen van een afwijking in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk zienswijzen tegen die voorgenomen afwijking bij het bevoegd gezag in te dienen.
Waar een enkelbestemming uit dit plan samenvalt met een dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming.
Voor zover de hieronder genoemde dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, geldt bij strijdigheid tussen de desbetreffende regels de volgende rangorde:
Bestemmingen en dubbelbestemmingen | Plaats in rangorde |
Leiding - Gas | 1 |
Leiding - Hoogspanningsverbinding | 2 |
Waarde - Archeologie | 3 |
Waarde - Beschermd Dorpsgezicht | 4 |
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur, een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van kracht is op het moment van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan.
De gemeenten Heerlen en Landgraaf zijn vanaf een dag na inwerkingtreding van het inpassingsplan bevoegd om, voor gronden die behoren tot het plangebied, een gemeentelijk bestemmingsplan vast te stellen, mits de enkelbestemmingen, dubbelbestemmingen en functieaanduidingen met de bijbehorende planregels uit dit plan, in het gemeentelijk bestemmingsplan worden opgenomen.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het Inpassingsplan Spoorverdubbeling Heerlen - Landgraaf.