Plan: | Veegplan Buitenring Parkstad Limburg 2023 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | inpassingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01 |
het inpassingsplan Veegplan Buitenring Parkstad Limburg 2023 van de Provincie Limburg;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
gebruik van grond dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/ of door middel van het houden van dieren;
de waarde die een gebied ontleent aan het vóórkomen van overblijfselen uit oude tijden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;
aanwezig ten tijde van het van kracht worden van dit inpassingsplan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
de aan een gebied toegekende waarde voor soorten planten, dieren en vegetatietypen, waarbij het gangbaar is zich met name te richten op de bescherming, zeldzaamheid en bedreigdheid van de natuurwaarde van de aanwezige planten, dieren en vegetatietypen;
een vorm van grondgebonden landbouw, zoals beweiding in lage veebezetting en de verbouw van akkerbouwproducten, in hoofdzaak gericht op de instandhouding en/of vergroting van de natuur-, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, paardrijden, boerengolf en fietsen;
een voorziening die getroffen wordt om de diersoorten te voorzien van een passeermogelijkheid van wegen en/ of water;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en/of geluidsgevoelige terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder dan wel het Besluit geluidhinder;
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, dan wel het Besluit geluidhinder;
een in bouwkundige zin, (civiel technisch) bouwwerk, zoals onder andere aquaducten, bruggen, dijken, tunnels en viaducten;
de aan een gebied toegekende waarde, die wordt bepaald door de aanwezigheid van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de niet-levende en levende natuur (met inbegrip van de mens);
de autosport, de motorsport, de (model-)vliegsport, karting en soortgelijke geluidproducerende sporten;
het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalverzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen kampeermiddelen, alsook woonschepen, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf, voorzover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;
functies gericht op ontspanning, sport of vermaak tijdens de daguren;
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotischpornografische aard plaatsvinden;
* wanneer in deze regels 'emissie N/kg/jaar' wordt gebruikt, wordt de hiervan onderdeel uitmakende hoofdletter 'N' bedoeld als verzamelnaam voor NH3 en NOx.
de digitale weergave van alle te verbeelden ruimtelijke informatie, behorende bij het veegplan Buitenring Parkstad Limburg 2023, waarop ten minste het plangebied en de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen;
werken en/of bouwwerken ten dienste van de waterhuishouding, zoals grondlichamen, beschoeiingen, drainage, duikers, waterzuiveringsinstallaties, stuwen en sluizen;
een gebouw of een gedeelte van een gebouw dat blijkens aard, inrichting en indeling geschikt en bestemd is voor de huisvesting van één huishouden.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
het definitieve wegontwerp kan afwijken met de volgende marges: 1,00 meter omhoog of omlaag en 2,00 meter naar weerszijden. Van deze uitmeetbepaling wordt slechts dan gebruik gemaakt wanneer voor of tijdens de uitvoering van het project blijkt dat uit de maatvoering zoals opgenomen in het inpassingsplan geen negatieve gevolgen voortvloeien voor de omgeving. De effecten op het gebied van geluidhinder van het definitieve wegontwerp mogen niet tot gevolg hebben dat de vastgestelde hogere waarden voor de geluidsbelasting worden overschreden dan wel dat dit leidt tot nieuwe hogere waarden.
Het wegontwerp wordt uitgevoerd binnen de grenzen van de bestemming 'Verkeer' van het Veegplan Buitenring Parkstad Limburg 2023, zoals aangegeven op de verbeelding.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van bestaande gebouwen, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal de bestaande bouwhoogte bedraagt.
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen geen andere bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.2 ten aanzien van teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van hagelnetten, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of laten gebruiken in strijd met de beheersverordening wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden op of in de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 3.5.1 is niet van toepassing op:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.5.1 kan alleen worden verleend indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 3.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de (bouw)hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, maximaal 2 meter mag bedragen.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van Burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 4.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 4.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door de werken en/of werkzaamheden van de functies van de onder lid 4.1 bedoelde bestemmingsomschrijving dan wel door de daarvan (directe of indirecte) te verwachten gevolgen de agrarische en/of de landschappelijke- en natuurwaarden van deze gronden niet onevenredig worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden verkleind.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en toestaan dat de bestemming 'Agrarisch met waarden' gewijzigd wordt in de bestemming 'Natuur', onder de voorwaarden dat:
De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van de bedrijfswoning en de plattelandswoning gelden de volgende regels:
Bijgebouwen mogen worden opgericht, vrijstaand van dan wel aangebouwd aan de bedrijfswoning en de plattelandswoning daaronder mede begrepen de van de bedrijfswoning en de plattelandswoning deeluitmakende aanbouw, met dien verstande dat:
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Voor zover niet reeds het bepaalde in artikel 26 t/m 27 van toepassing is, kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg aan een omgevingsvergunning voorschriften worden verbonden waarin wordt geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden. Deze voorschriften kunnen inhouden:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
Bij het stellen van nadere eisen, c.q ten aanzien van een voorgenomen nadere eis wordt de in artikel 39.1.1 opgenomen procedure gevolgd.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.2 ten behoeve van het vergroten van het bouwvlak waarbij de grenzen van het bouwvlak worden overschreden, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.2 sub d ten behoeve van een hogere bouwhoogte, mits:
Bij toepassing van een in dit artikel opgenomen bevoegdheid om door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels wordt de in artikel 39.1.2 opgenomen procedure gevolgd.
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het inpassingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.5.1 artikel voor het gebruik van een gedeelte van een bedrijfswoning, met daarbij behorende bijgebouwen, voor een bed & breakfastvoorziening mits de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor uitbreiding van het aanliggende bestaande bedrijf met de bijbehorende (parkeer)voorzieningen.
Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het inpassingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken:
De voor 'Bedrijf - Bergbezinkbassin' bestemde gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Bedrijf - Bergbezinkbassin' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Op of in de voor 'Bedrijf - Bergbezinkbassin' bestemde gronden mogen slechts die bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen tot een maximale hoogte van 3m.
De voor "Bedrijventerrein - 1" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen zoals tuinen, erven, groen- en parkeervoorzieningen en conform de regels in de nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
Op de voor "Bedrijventerrein - 1" aangewezen gronden zijn geen gebouwen toegestaan.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de bijbehorende:
Op de voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijgebouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in 9.2.2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding -landschappelijke inpassing' dat géén nieuwe gebouwen mogen worden gebouwd, anders met een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.3.3.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2.2 sub b en daarmee toestaan dat een groter deel van het bouwvlak wordt bebouwd, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.2.2 sub e en daarmee een grotere bouwhoogte toestaan, indien:
Voor het opslaan c.q. stallen van roerende goederen, verpakt, dan wel in bulk, anders dan in een bouwwerk, gelden de volgende regels:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het inpassingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.1 ten behoeve van bedrijven die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn opgenomen en/of bedrijven van een hogere milieucategorie, voor zover die bedrijven naar aard en invloed op de omgeving gelijk kunnen worden gesteld met de bedrijven die op grond van dit plan op het betreffende perceel zijn toegestaan en geen toename van stikstofemissie plaatsvindt.
De voor 'Berm' aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor:
Op de voor 'Berm' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de (bouw)hoogte maximaal 2 meter mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en toestaan dat de bestemming 'Berm' gewijzigd wordt in de bestemmingen 'Natuur' of 'Waterstaat - Primair water', onder de voorwaarden dat:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met dien verstande dat:
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten dienste van het openbaar nut (nutsvoorzieningen). Een gebouw ten dienste van het openbare nut mag:
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd andere bouwwerken ten behoeve van of in de vorm van:
De bouwhoogte van andere bouwwerken mag maximaal 5 meter bedragen, met uitzondering van:
De voor 'Maatschappelijk - Militaire zaken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Maatschappelijk - Militaire zaken' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de (bouw)hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, maximaal 2 meter mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 12.2 ten behoeve van:
Het is verboden op of in de voor 'Maatschappelijk - Militaire zaken' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 12.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de (bouw)hoogte maximaal 2 meter mag bedragen.
Als gebruik strijdig met de bestemming 'Natuur' wordt in ieder geval beschouwd het gebruiken, het laten gebruiken of het doen gebruiken van gronden voor:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Natuur' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van Burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren;
Het in lid 13.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 13.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de landschappelijke, aardkundige en natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind.
Overtreding van het verbod in lid 13.4.1 is een strafbaar feit.
De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden zijn tevens bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Sport' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
met inachtneming van het bepaalde in artikel 15.2.2 tot en met 15.2.3.
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:
Buiten de aanduiding 'bouwvlak' mogen alleen andere bouwwerken worden opgericht.
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Uitsluitend erkers zijn toegestaan, met dien verstande dat:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende eisen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Parkeren binnen deze bestemming is, voor zover er niet geparkeerd wordt voor een garage of een carport, niet toegestaan.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd met dien verstande dat:
Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.2.2 en toestaan dat:
Ten aanzien van de voor 'Verkeer' aangewezen gronden gelden de volgende voorwaardelijke verplichtingen:
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd met dien verstande dat:
Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Ten aanzien van de voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden geldt de volgende voorwaardelijke verplichting:
het gebruik ten behoeve van het bepaalde in lid 18.1 onder b. is uitsluitend toegestaan indien ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - snelheidsbeperking' een snelheidsbeperking van 80 km/u geldt.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mag worden gebouwd ten dienste van deze bestemming en met inachtneming van de volgende regels.
Maximaal 60% van het bouwperceel mag worden bebouwd, mits de volgende oppervlaktes niet worden overschreden:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende eisen:
Voor het bouwen van aanbouwen gelden de volgende eisen:
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende eisen:
Voor het bouwen van erkers gelden de volgende eisen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende eisen:
Burgemeester en wethouders kunnen via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 19.2 ten behoeve van:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in 19.3.1, onder b. kan slechts worden verleend indien wordt voldaan aan de volgende regels:
Ten aanzien van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep gelden de volgende regels:
Een bijgebouw wordt niet gebruikt als zelfstandige of niet-zelfstandige woonruimte.
De op de verbeelding als zodanig aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse hoge druk gastransportleidingen (inclusief voorzieningen) met de daarbij behorende belemmeringenstroken.
De regels van deze dubbelbestemming gelden primair ten opzichte van de regels van iedere andere bestemming, waarmee deze dubbelbestemming samenvalt.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geldt dat op of in de in 20.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding(en) mogen worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet schaden.
Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in 20.6.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de leiding niet worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van ondergrondse hoogspanningsleidingen.
Op de voor 'Leiding - Hoogspanning ' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de (bouw)hoogte niet meer dan 2,5 meter mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2, en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de bestemming 'Verkeer' indien de bij de bestemming genoemde 'Verkeer' behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Hiertoe wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder. Burgemeester en wethouders mogen uitsluitend gemotiveerd afwijken van dit advies.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Hoogspanning' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van Burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 21.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 21.4.1 , zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Hiertoe wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder(s). Burgemeester en wethouders mogen uitsluitend gemotiveerd afwijken van dit advies.
De voor 'Leiding - Leidingenstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Op de voor 'Leiding - Leidingenstrook' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de (bouw)hoogte niet meer dan 2,5 meter mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2, en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de bestemming 'Verkeer' indien de bij de bestemming 'Verkeer' genoemde bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Hiertoe wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder. Burgemeester en wethouders mogen uitsluitend gemotiveerd afwijken van dit advies.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Leidingenstrook' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van Burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 22.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 22.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Hiertoe wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder(s). Burgemeester en wethouders mogen uitsluitend gemotiveerd afwijken van dit advies.
Overtreding van het verbod in lid 22.4.1 is een strafbaar feit.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de rioolleiding(-en).
Op de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de (bouw)hoogte niet meer dan 2,5 meter mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid23.1 , en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de bestemming 'Verkeer' indien de bij de bestemming 'Verkeer' genoemde bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Hiertoe wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder. Burgemeester en wethouders mogen uitsluitend gemotiveerd afwijken van dit advies.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van Burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 23.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 23.4.1 , zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Hiertoe wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder(s). Burgemeester en wethouders mogen uitsluitend gemotiveerd afwijken van dit advies.
Overtreding van het verbod in lid 23.4.1 is een strafbaar feit.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de leiding(-en) ten behoeve van het transport van drinkwater.
Op de voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de (bouw)hoogte niet meer dan 2,5 meter mag bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.2, en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van de bestemming 'Verkeer' indien de bij de bestemming 'Verkeer' genoemde bouwregels in acht worden genomen en het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad, waarbij rekening wordt gehouden met de veiligheid van de omgeving en bescherming van de leiding. Hiertoe wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder. Burgemeester en wethouders mogen uitsluitend gemotiveerd afwijken van dit advies, waarbij rekening wordt gehouden met de veiligheid van de omgeving en de bescherming van de leiding.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Water' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van Burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
Het in lid 24.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 24.4.1, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad. Hiertoe wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder(s). Burgemeester en wethouders mogen uitsluitend gemotiveerd afwijken van dit advies.
Overtreding van het verbod in lid 24.4.1 is een strafbaar feit.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van aanwezige of te verwachten aanwezige archeologische waarden en terreinen.
Bij aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen die betrekking heeft op gronden, die zijn aangewezen voor 'Waarde - Archeologie' , dient een rapport te worden overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld.
De omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend indien uit het rapport als bedoeld in lid 25.2.1 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in lid 25.2.2onder b., kunnen de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning worden verbonden:
Het bepaalde in lid 25.2.1,25.2.2 en 25.2.3 is niet van toepassing indien het een aanvraag betreft voor:
Indien het bepaalde in lid 25.2.3 onder c. en d. van toepassing is, worden aan de omgevingsvergunning voorschriften verbonden omtrent de gevolgen van toevalsvondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.
Het is verboden om op of in de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden van Burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 25.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden die:
Bij aanvraag van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in lid 25.3.1 die betrekking heeft op gronden, die zijn aangewezen voor 'Waarde - Archeologie' dient een rapport te worden overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat volgens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld.
De omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden indien uit het rapport als bedoeld in lid 25.3.3 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in lid 25.3.4 onder b. waarbij de aanwezigheid van archeologische waarden is vastgesteld, kunnen de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden worden verbonden:
Het is verboden om op of in de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, bouwwerken beneden maaiveld te slopen, dan wel stobben, heipalen of andere objecten gerelateerd aan het te slopen bouwwerk beneden maaiveld te verwijderen.
Het bepaalde in lid 25.4.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
Bij aanvraag van een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 25.4.1 die betrekking heeft op gronden, die zijn aangewezen voor 'Waarde - Archeologie' dient een rapport te worden overlegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat volgens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld.
De omgevingsvergunning wordt verleend indien uit het rapport als bedoeld in lid 25.4.1 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in lid 25.4.2 waarbij de aanwezigheid van archeologische waarden is vastgesteld, kunnen de volgende voorschriften aan de omgevingsvergunning worden verbonden:
De omvang van de voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden, die bestemd zijn voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden, kunnen door Burgemeester en wethouders worden gewijzigd, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en de veiligstelling van archeologische waarden, c.q gelden als archeologisch verwachtingsgebied.
De aanvrager van een omgevingsvergunning voor bouwwerken ten behoeve van andere krachtens dit plan voor deze gronden aangewezen bestemmingen, legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is vastgesteld.
Burgemeester en wethouders verleent de vergunning indien naar diens oordeel uit het rapport als bedoeld in 26.2.1 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in 26.2.2 onder b kan het Burgemeester en wethouders voorschriften aan de vergunning verbinden, gericht op:
Indien het bepaalde in 26.2.3, onder c, van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de bouwwerkzaamheden.
Het bepaalde in 26.2.1 tot en met 26.2.4 is niet van toepassing indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op bouwwerken
Het is verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het Burgemeester en wethouders, op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
De aanvrager van een vergunning, als bedoeld in 26.3.1, legt een rapport over waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is vastgesteld.
Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning indien naar diens oordeel uit het rapport als bedoeld in 26.3.2 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in 26.3.3, onder b, kunnen Burgemeester en wethouders voorschriften aan de vergunning verbinden, gericht op:
Indien het bepaalde in 26.3.4, onder c, van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of werken.
Het verbod als bedoeld in 26.3.1 is niet van toepassing indien:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, bouwwerken te slopen.
De aanvrager van een vergunning, als bedoeld in 26.4.1 legt een rapport over waarin de archeologische waarde van de locatie van het te slopen bouwwerk, in voldoende mate is vastgesteld.
Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning indien naar diens oordeel uit het rapport als bedoeld in 26.4.2 genoegzaam blijkt dat:
In de situatie als bedoeld in 26.4.3, onder b, kunnen Burgemeester en wethouders voorschriften aan de vergunning verbinden, gericht op:
Indien het bepaalde in 26.4.4, onder c, van toepassing is, wordt in de voorschriften tevens geregeld wat de gevolgen zijn bij vondsten die worden gedaan tijdens de uitvoering van de werkzaamheden of werken.
Het verbod als bedoeld in 26.4.1 is niet van toepassing indien:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en herstel van de hoogwaardige ruimtelijke, esthetische en functionele kwaliteiten van de openbare ruimte en onbebouwde gronden en de beleving van de karakteristieke bebouwing van het beschermd dorpsgezicht.
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het bepaalde in lid 27.1 alsmede de landschappelijke inpassing nadere eisen stellen aan:
Ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige cultuurhistorische waarden is het verboden, behoudens het bepaalde in lid 27.3.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van Burgemeester en wethouders op of in gronden met de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' (de in lid 27.1 bedoelde gronden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 27.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden zoals bedoeld in lid 27.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de schoonheid en ruimtelijke samenhang van het Beschermd Dorpsgezicht zoals omschreven in de aanwijzingsbesluiten. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij een door Burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijk ter zake deskundige.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van de karakteristieke, met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit.
De aanvrager van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op deze gronden dient voldoende aannemelijk te maken dat de cultuurhistorische waarden behouden zullen blijven.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (omgevingsvergunning voor het aanleggen) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De onder 28.3.1 bedoelde vergunning is niet vereist voor werken, die
De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming van aanwezige of naar verwachting aanwezige landschappelijke- en natuurwaarden.
Het is verboden, behoudens het bepaalde in lid 29.2.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van Burgemeester en wethouders op of in gronden met de bestemming 'Waarde - Ecologie' (de in lid 29.1 bedoelde gronden) de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 29.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die:
De in lid 29.2 genoemde vergunning kan slechts worden verleend als blijkt dat de werken en werkzaamheden plaatsvinden in het kader van het beheer van de gronden en daarmee geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het in ecologisch opzicht waardevolle gebied. Burgemeester en wethouders dienen omtrent de aanvraag om de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden te adviseren.
De voor 'Waarde - Ecologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor :
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in 30.2.1 zijn:
Het in 30.2.1 bepaalde is niet van toepassing voor:
De voor 'Waterstaat - Primair water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Waterstaat - Primair water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waterstaat - Primair water' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren die de continuïteit van de waterhuishouding in gevaar kunnen brengen.
Het verbod als bedoeld in 31.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 31.3.1 zijn slechts toelaatbaar, mits geen onevenredige aantasting plaats vindt van het doelmatig functioneren van de watergang en vooraf schriftelijke advies wordt ingewonnen bij de betreffende beheerder van de watergang.
voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangegeven gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, primair bestemd voor droogdalen, andere droogvallende open primaire wateren, beschermingszones en profiel van vrije ruimte van watergangen en primair water dat door natuurlijke verplaatsing zijn bedding kan verleggen.
Op de voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 32.2 , ten behoeve van het bouwen van bouwwerken binnen de beschermingszone mits:
Burgemeester en wethouders winnen, alvorens af te wijken, advies in bij het waterschap.
Het is verboden op of in de voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 32.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 32.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien hierdoor geen onevenredige nadelige schade wordt of kan worden toegebracht aan de meanderzone en de aanwezige natuur- en landschapswaarden.
De voor 'Waterstaat- Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende andere bestemming(en), primair bestemd voor het beheer en onderhoud van de watergangen en/of retentievoorzieningen met de bijbehorende voorzieningen, zoals bermen en beschoeiing.
Op de gronden als bedoeld in 33.1 zijn uitsluitend toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde die ten dienste staan van de bestemming met een hoogte van maximaal 4 m.
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 33.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en) mits het belang van de watergangen en/of retentievoorzieningen in voldoende mate is gewaarborgd. Hieromtrent wordt de beheerder van de watergang en/ of retentievoorziening gehoord.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' gelden voor die gronden in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald de navolgende aanvullende regels.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' is de bouw van een woning of een ander geluidsgevoelig gebouw zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder niet toegestaan, tenzij:
Ongeacht het bepaalde in afzonderlijke bestemmingen mogen binnen de aanduiding 'geluidzone - vliegverkeer', ten behoeve van de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de geluidsbeslasting van het vliegverkeer, geen geluidsgevoelige bebouwing (woningen en andere geluidgevoelige gebouwen) worden opgericht.
Onder verboden gebruik wordt ten minste verstaan het gebruik van de grond voor:
Voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden geldt:
Op de gronden gelegen ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - geurzone' is het niet toegestaan geurgevoelige bouwwerken op te richten.
De gronden ter plaatse van de op de illustratie aangegeven besluitsubvlak 'milieuzone - gezoneerd bedrijventerrein' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een gezoneerd bedrijventerrein.
In afwijking van het bepaalde bij de andere besluitvlakken zijn geluidzoneringplichtige inrichtingen ter plaatse van het besluitsubvlak 'milieuzone - gezoneerd bedrijventerrein' toegestaan.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - rijksbufferzone' zijn mede bestemd voor behoud van het open landschap en ruimte voor recreatie. In dit kader is het verboden om grootschalige bebouwing op te richten zoals glastuinbouw, gebouwen ten behoeve van intensieve veehouderij en grootschalige recreatieve voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding ‘ecologische hoofdstructuur’ dienen de gronden voor instandhouding en versterking van de samenhang tussen abiotische (niet-levende natuur) en biotische (levende natuur) aanwezige kenmerken.
Het is verboden om de gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - ecologische hoofdstructuur' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te laten voeren:
Het bepaalde in 36.8.2 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Op gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'overige zone - reserveringszone Buitenring Parkstad Limburg' mag ongeacht het bepaalde in de betreffende bestemming, geen bebouwing worden opgericht.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd en mogen de reeds bestaande kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten voor wat betreft bouw- en goothoogte en bebouwingspercentage niet worden uitgebreid.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in '36.10.1'met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg 1' mogen geen kwetsbare objecten aanwezig zijn dan wel opgericht worden. Voor beperkt kwetsbare objecten kan een (bestuurlijke) afweging worden gemaakt op grond waarvan deze dan wel binnen de aanduiding aanwezig mogen zijn.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg 2' leidt de aanwezigheid van een lpg-tankstation tot inachtname van een aandachtsgebied voor groepsrisico. Binnen dit gedeelte van het plangebied wordt géén bouw of vestiging van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten voorzien en daarnaast wordt door de hoogte van het groepsrisico de oriënterende waarde niet overschreden. Hierdoor bestaat er vanuit het groepsrisico geen belemmering voor de ruimtelijke besluitvorming.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd en mogen de reeds bestaande kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten voor wat betreft bouw- en goothoogte en bebouwingspercentage niet worden uitgebreid.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in artikel 36.14.1 met dien verstande dat:
Op gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - weg' mag ongeacht het bepaalde in de betreffende bestemming, geen bebouwing worden opgericht.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 36.15.1 mits vooraf de wegbeheerder is gehoord.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de regels voor de afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%, met dien verstande dat de afwijking niet mag worden verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Bij het stellen van nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:
Bij een afwijking van het inpassingsplan op basis van een afwijkingsbevoegdheid die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Bij een wijziging van het inpassingsplan op basis van een wijzigingsbevoegdheid die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding de procedure als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.
Alvorens tot afwijking dan wel wijziging van het inpassingsplan als bedoeld in respectievelijk artikel 39.1.2 en 39.1.3 te besluiten, dient in voorkomend geval aangetoond te zijn, dat:
Voor gronden waarvoor in dit plan geen enkelbestemming is opgenomen of enkel de gebiedsaanduidingen 'overige zone - reserveringszone Buitenring Parkstad Limburg' en 'vrijwaringszone - weg', worden de bestemmingsplannen en inpassingsplannen die zijn genoemd in lid 40.1.2 op de volgende wijze partieel herzien:
De partiële herziening die is geregeld in lid 40.1.1 heeft betrekking op de volgende bestemmingsplannen en inpassingsplannen:
Naam | Vastgesteld |
Buitengebied Schinnen | 2013-03-14 |
Bedrijventerrein De Horsel | 2010-06-15 |
Buitengebied Nuth | 2015-03-24 |
Buitengebied Heerlen | 2019-11-27 |
Buitengebied gem Brunssum | 2013-09-11 |
Haefland Rode Beek | 2013-06-11 |
Thematische herziening archeologie | 2015-12-01 |
Bedrijventerrein Rode Beek | 2020-04-14 |
Bedrijventerrein Rode Beek | 2019-03-11 |
Woonkernen 2013 | 2013-06-20 |
Oostflank | 2021-11-02 |
Bedrijventerrein Brunssum | 2013-09-11 |
Schutterspark Brunssum | 2010-05-19 |
Renaturering Rode Beek | 2013-09-10 |
Facet bestemmingsplan Archeologie | 2016-12-01 |
Buitengebied Noord-West | 2013-03-28 |
Nieuwenhagen Lichtenberg | 2013-06-27 |
Industrieterrein Abdissenbosch | 2013-06-27 |
Parkheide/ Waubach Noord | 2007-04-03 |
Grote Boslocatie | 2008-08-12 |
Kerkrade Noord | 2010-12-15 |
Buitengebied Kerkrade | 2017-11-23 |
Eijkhagenbos | 2013-06-27 |
Anstelvallei | 2016-02-24 |
Kerkrade West IV | 2014-09-24 |
Hendrik en omgeving | 1981-06-02 |
Buitenring Parkstad Limburg 2012 | 2015-03-11 |
Herziening PIP BPL optimalisatie Kranenpool Brunssum | 2016-03-18 |
Voor zover de belangen van dubbelbestemmingen conflicteren en het naleven van de belangen die gediend zijn door de bij dat conflict betrokken dubbelbestemmingen, niet mogelijk is, wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen éénmalig in afwijking van lid 41.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %.
Het bepaalde in lid 41.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd zijn met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het inpassingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het bepaalde in lid 41.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als 'Regels van het Veegplan Buitenring Parkstad Limburg 2023'.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Provinciale Staten van Limburg, gehouden op 5 april 2024.