direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Veegplan Buitenring Parkstad Limburg 2023
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Op 29 juni 2012 hebben Provinciale Staten van Limburg het Provinciaal Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg 2012 (hierna PIP BPL 2012 genoemd) vastgesteld. Het PIP BPL 2012 voorziet in de planologisch-juridische regeling van de Buitenring Parkstad Limburg (hierna Buitenring genoemd). Een deel van het tracé van de Buitenring is vervolgens geoptimaliseerd in het Provinciaal Inpassingsplan Herziening PIP BPL optimalisatie Kranenpool Brunssum (hierna PIP Optimalisatie Kranenpool), dit plan is door de Provinciale Staten op 18 maart 2016 vastgesteld.

De afgelopen jaren is de Buitenring aangelegd en vormt sindsdien de slagader voor de verwerkelijking van de ambities van en in de regio. Het betreft een infrastructureel project, met als doel het oplossen van de problemen in de verkeersstructuur van Parkstad Limburg. Functie en gebruik van het wegennet in de regio worden als gevolg van de aanleg van de Buitenring beter met elkaar in overeenstemming gebracht. Hierdoor wordt de bereikbaarheid van de verschillende kernen sterk verbeterd. Dit leidt er toe dat het onderliggend wegennet ontlast wordt van doorgaand verkeer. Daardoor verbeteren de leefbaarheid en verkeersveiligheid, vooral in de woonkernen van Parkstad. Ook krijgen het ondernemersklimaat en de toeristisch-recreatieve sector een impuls.

Tijdens de aanleg van de Buitenring is gebleken dat de daadwerkelijk aangelegde infrastructuur afwijkt van de bestemming Verkeer welke is vastgelegd in het PIP BPL 2012 en het PIP Optimalisatie Kranenpool, deze afwijkingen kennen diverse oorzaken.

  • Voor het PIP is ontwerp V4.4 van de Buitenring gebruikt. De opdracht van de uitvoering is gebaseerd op ontwerp V4.6. Het ruimtebeslag van genoemde ontwerpen wijkt van elkaar af;
  • Het ontwerp V4.4 is een tweedimensionaal ontwerp. Hierin zijn hoogteverschillen in het terrein niet verwerkt. Tijdens de uitvoering is daarom regelmatig afgeweken van het vastgestelde ruimtebeslag, simpelweg omdat hoogteverschillen in het terrein taluds noodzakelijk maken buiten het ontwerp;
  • Op onderdelen verspreid over de Buitenring is door voortschrijdend inzicht en nieuwe ontwikkelingen afgeweken van het ontwerp;

Daarnaast is voor de aanleg van de Buitenring als grondverwervingsstrategie gekozen voor de aankoop van hele percelen. Hierdoor is een groot aantal over-hoeken met een bestemming Verkeer ontstaan van perceel-delen die niet nodig zijn voor de aanleg en het beheer van de Buitenring en waarvan het eigendom bij voorkeur wordt overgedragen aan anderen.

  • De te verkopen perceel-delen hebben niet de juiste c.q. gewenste bestemming en functie voor potentiële kopers (in 80% van de gevallen is dat een gemeente).

Door bovenvermelde zaken is de noodzaak aanwezig een nieuw ruimtelijk plan op te stellen. Hierin wordt de bestemming, functie en gebruik van circa 500 percelen op en naast de Buitenring aangepast. Aangezien Provinciale Staten bij de vaststelling van het PIP BPL 2012 hebben bepaald dat de bevoegdheid voor het opstellen van een dergelijk plan gedurende tien jaar na de vaststelling van dit plan (voor het PIP BPL 2012 tot 22 juni 2022 en voor het PIP Optimalisatie Kranenpool tot 18 maart 2026) bij Provinciale Staten blijft liggen, zijn zij de aangewezen partij om een herstelplan, een veegplan PIP, vast te stellen.

Op de gronden rondom de Buitenring spelen diverse zaken welke gemeentelijke aangelegenheden betreffen, de gemeente heeft belangen bij deze aangelegenheden en de provincie niet. Om deze reden wordt bij de inwerking treding van dit Veegplan Buitenring Parkstad Limburg 2023 de bevoegdheid voor het opstellen van ruimtelijke plannen overgedragen aan de gemeenteraden van de desbetreffende gemeenten.

1.2 Ligging plangebied

Het tracé van de Buitenring is opgenomen in figuur 1.1. Het tracé van de Buitenring loopt vanaf de aansluiting van de N298 op de A76 bij Nuth tot aan de aansluiting van de N300 op de N281 bij Avantis European Science and Businesspark. Het tracé heeft een totale lengte van circa 26 kilometer. De gemeenten waar het tracé doorheen loopt zijn Beekdaelen, Heerlen, Brunssum, Landgraaf en Kerkrade.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0001.png"

Figuur 1.1: Tracé Buitenring

1.3 Vigerende planologisch / juridische regeling

Op de circa 500 percelen op en naast de Buitenring zijn diverse provinciale en gemeentelijke planologische / juridische regelingen van kracht. Onderstaand is een overzicht opgenomen van de vigerende planologische / juridische regelingen in het plangebied van het Veegplan Buitenring Parkstad Limburg 2023.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0002.jpg"

Figuur 1.2: Overzicht vigerende planologisch / juridische regelingen

1.4 Overdracht bevoegdheden

Zoals beschreven in de aanleiding worden met het Veegplan Buitenring Parkstad Limburg 2023 onder andere de bevoegdheden voor het opstellen van ruimtelijke plannen overgedragen aan de gemeenteraden van de desbetreffende gemeenten.

1.5 Leeswijzer

Deze toelichting is als volgt opgebouwd:

Hoofdstuk 2 beschrijft de bestaande situatie en het plan; Hoofdstuk 3 geeft het algemene beleidskader; Hoodfstuk 4 beschrijft de milieu aspecten; Hoofdstuk 5 bevat een toelichting op het juridisch geldende deel van dit plan (regels en verbeelding); Hoofdstuk 6 gaat in op de maatschappelijke uitvoerbaarheid en Hoofdstuk 7 gaat in op de economische uitvoerbaarheid van het plan.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Buitenring algemeen

Het tracé van de Buitenring loopt van de aansluiting A76 bij Nuth tot aan de aansluiting N281 bij Heerlen. Het Veegplan Buitenring Parkstad Limburg 2023 corrigeert de afwijkingen tussen het vigerende inpassingsplan PIP BPL 2012, het PIP Optimalisatie Kranenpool Brunssum en de daadwerkelijk gerealiseerde infrastructuur. Tevens worden enkele percelen die niet nodig zijn voor de aanleg en het beheer van de Buitenring omgezet naar een passende bestemming welke bij voorkeur in eigendom overgaan naar anderen.

De afwijkingen kunnen in hoofdlijn terug worden gebracht tot een tweetal veelvoorkomende situaties:

Ten eerste de situatie waarin de reeds aanwezige bestemming Verkeer uit het PIP BPL 2012 niet toereikend is voor het ruimtebeslag van de Buitenring. In deze situatie dient de bestemming Verkeer te worden verruimd, dit kan zowel binnen als buiten de begrenzing van het PIP BPL 2012 het geval zijn. Deze situaties zijn in simpele vorm weergegeven in onderstaand figuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0003.png"

Figuur 2.1: Verruimde bestemming Verkeer, links buiten begrenzing van het PIP, rechts binnen de begrenzing van het PIP

Ten tweede de situatie waarin de reeds aanwezige Verkeer bestemming uit het PIP BPL 2012 niet langer noodzakelijk is gezien het ruimtebeslag van de Buitenring. In deze situatie dient de Verkeer bestemming omgezet te worden in de aangrenzende bestemming, dit kan zowel binnen als buiten de begrenzing van het PIP BPL 2012 het geval zijn. Deze situaties zijn in simpele vorm weergegeven in onderstaand figuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0004.png"

Figuur 2.2: Om te zetten Verkeer bestemming, links aansluitend op de bestemming binnen de begrenzing van het PIP, rechts aansluitend op de bestemming buiten de begrenzing van het PIP

De beschreven situaties maken de afwijkingen van de Verkeer bestemming tussen de reeds aanwezige Verkeer bestemming uit het PIP BPL 2012 en het PIP Optimalisatie Kranenpool Brunssum en het ruimtebeslag van de Buitenring inzichtelijk en geven aan hoe met deze situaties is omgegaan in het kader van het Veegplan PIP BPL 2023. Naast de genoemde afwijkingen zijn er ook kleinschalige ontwikkelingen geweest op de gronden naast de Buitenring, deze worden middels onderstaand overzicht per gemeente inzichtelijk gemaakt.

2.2 Buitenring - Beekdaelen

Het fietspad tussen de Reijmersbekerweg en de Daelderweg wordt opgenomen in het Veegplan Buitenring Parkstad Limburg 2023.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0005.png"

Figuur 2.3: Locatie fietspad

De bestemming Natuur wordt ter hoogte van de lus Leeuwerweg in overeenstemming gebracht met de feitelijk aanwezige natuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0006.png"

Figuur 2.4: Locatie bestemming Natuur

De bestemming Verkeer wordt ter hoogte van de Daelderweg in overeenstemming gebracht met de aanwezige infrastructuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0007.png"

Figuur 2.5: Locatie bestemming Verkeer

De bestemming Water rondom de Geleenbeek wordt in overeenstemming gebracht met de feitelijk aanwezige watergang.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0008.png"

Figuur 2.6: Locatie bestemming Water

2.3 Buitenring - Heerlen

De bestemming Water rondom de Geleenbeek wordt in overeenstemming gebracht met de feitelijk aanwezige watergang.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0009.png"

Figuur 2.7: Locatie bestemming Water

De bestemming Verkeer rondom de op- en afritten van de Buitenring op de N298 wordt in overeenstemming gebracht met de aanwezige infrastructuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0010.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0011.png"

Figuur 2.8: Locatie bestemming Verkeer

De bestemming Agrarisch met waarden nabij de Allée wordt omgezet in Verkeer bestemming met de aanduiding 'Parkeren'.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0012.png"

Figuur 2.9: Locatie bestemming Verkeer

2.4 Buitenring - Brunssum

De bestemming Bedrijf op de hoek van de Allée en de Buitenring wordt omgezet in de bestemming Wonen.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0013.png"

Figuur 2.10: Locatie bestemming Wonen

De bestemming Natuur op de kruising N276 en de Buitenring wordt toegevoegd aan het Veegplan Buitenring Parkstad Limburg 2023.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0014.png"

Figuur 2.11: Locatie bestemming Verkeer

De bestemming Natuur nabij de Titus Brandsmastraat wordt deels teruggebracht naar de oorspronkelijke bestemming Agrarisch met waarden.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0015.png"

Figuur 2.12: Locatie bestemming Agrarisch met waarden

De Bouwbergstraat 78 krijgt een de bestemming Bedrijf en de dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0016.png"

Figuur 2.13: Locatie bestemming Bedrijf en dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie

Bij de manege wordt ter plaatse van de aanwezige badhokjes de dubbelbestemming waarde-cultuurhistorie opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0017.png"

Figuur 2.14: Locatie dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie

De Bedrijf bestemming ter hoogte van de Slesingerstraat wordt teruggebracht naar de oorspronkelijke bestemming

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0018.png"

Figuur 2.15: Locatie bestemming Bedrijf

De Bedrijf bestemming ter hoogte van Kranenpool wordt in overeenstemming gebracht met het feitelijke gebruik.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0019.png"

Figuur 2.16: Locatie bestemming Bedrijf

2.5 Buitenring - Landgraaf

Bij de speeltuin wordt de bestemming Agrarisch met waarden vervangen door de bestemming Groen.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0020.png"

Figuur 2.17: Locatie bestemming Groen

De bestemming Bedrijf bij Hoogstraat 5 wordt in overeenstemming gebracht met het feitelijke gebruik.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0021.png"

Figuur 2.18: Locatie bestemming Bedrijf

De bestemming Verkeer nabij de Nieuwenhagerheidestraat wordt in overeenstemming gebracht met het feitelijk gebruik.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0022.png"

Figuur 2.19: Locatie bestemming Verkeer

2.6 Buitenring - Kerkrade

De bestemming Verkeer wordt aangepast aan de feitelijke situatie nabij de aansluiting Burg. Franssenstraat op Kaalheidersteenweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0023.png"

Figuur 2.20: Locatie bestemming Verkeer

De bestemming Agrarisch met waarden en Agrarisch bedrijf wordt aangepast aan de feitelijke situatie nabij de Vauputsweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0024.png"

Figuur 2.21: Locatie bestemming Agrarisch met waarden

De bestemming Berm nabij de Locht wordt aan de noordzijde van de Buitenring omgezet in de bestemming Verkeer en aan de zuidzijde in de bestemming Groen.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0025.png"

Figuur 2.22: Locatie bestemming Verkeer en Groen

De bestemmingen Natuur en Agrarisch met waarden ten zuiden van de Buitenring ter plaatse van de Leisure Lane worden vervangen door de bestemming Verkeer.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0026.png"

Figuur 2.23: Locatie bestemming Verkeer

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Rijksbeleid

Natioale Omgevingsvisie (NOVI)

De Nationale Omgevingsvisie brengt de langetermijnvisie in beeld voor 2050. De nationale belangen waarop het Rijk wil sturen zijn vertaald in vier prioriteiten:

  • 1. Ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie
  • 2. Duurzaam economisch groeipotentieel
  • 3. Sterke en gezonde steden en regio's
  • 4. Toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied

Het afwegen van de beleidskeuzes wordt helder en voorspelbaar gemaakt aan de hand van drie afwegingsprincipes: Combinaties van functies gaan voor enkelvoudige functies, kenmerken en identiteit van een gebied staan centraal en afwentelen wordt voorkomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.9931.PIPBPLVeegplan2023-VG01_0027.jpg"

Figuur 3.1: Afwegen met Nationale Omgevingsvisie

De prioriteit 'Sterke en gezonde steden en regio's' ziet toe op het belang van een aantrekkelijke wooomgeving, door in te zetten op de beschikbaarheid van voldoende woningen van hoge kwaliteit. Tegelijk willen we de leefbaarheid en klimaatbestendigheid in steden en dorpen verbeteren. Schonere lucht, voldoende groen en water en genoeg publieke voorzieningen waar mensen kunnen bewegen (wandelen, fietsen, sporten, spelen), ontspannen en samenkomen. Dit komt samen in een gezonde habitat waarin zoveel als nodig en mogelijk functies worden gecombineerd.

Relatie met voorliggend inpassingsplan 

De Nationale Omgevingsivisie staat het Veegplan PIP BPL 2023 niet in de weg.

Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)

Het Rijksbeleid werkt door via het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Barro). Hierin heeft het Rijk vastgelegd hoe andere overheden dienen om te gaan met de nationale belangen zoals geformuleerd in Planologische Kern Beslissingen (pkb's). Het betreft een beperkt aantal beslissingen van wezenlijk belang uit de Nota Ruimte, PKB Ruimte voor de Rivier, PKB Derde Nota Waddenzee, PKB Structuurschema Militaire Terreinen (SMT2) en PB Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR). De uitwerking van dergelijke zaken wordt geregeld middels Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB's). De inwerkingtreding van de AMvB heeft gefaseerd plaatsgevonden, in zowel 2009 als 2011 is een ontwerpbesluit gepubliceerd. In 2012 is een nieuwe versie van het Barro in werking getreden, hierin is het Barro aangevuld met onderwerpen op het vlak van hoofdinfrastructuur (reserveringen rond hoofdwegen en hoofdspoorwegen, vrijwaring rond Rijksvaarwegen en hoofdbuisleidingen), elektriciteitsvoorzieningen, de ecologische hoofdstructuur en waterveiligheid.

Relatie met voorliggend bestemmingsplan

Het Barro staat het Veegplan PIP BPL 2023 niet in de weg.

3.2 Provinciaal beleid

Omgevingsvisie Limburg

De Omgevingsverordening Limburg wordt vastgesteld en periodiek gewijzigd met zogeheten 'wijzigingsverordeningen' door Provinciale Staten, op voorstel van Gedeputeerde Staten. De Omgevingsvisie Limburg beschrijft het belang van een goede aansluiting op (inter)nationale en (eu)regionale netwerken (weg, spoor, water, lucht, buis). Een toekomstbestendige, toegankelijke, veilige, slimme, schone en grenzeloze mobiliteit, zodat dat mensen zich naar wens en behoefte vrij kunnen bewegen.

Mobiliteit is breder dan alleen bereikbaarheid, ook veiligheid , duurzaamheid en leefbaarheid zijn mobiliteitsdoelen. Leefbaarheid betreft onder andere gezondheid en sociale inclusie. Mobiliteit gaat over fysieke maatregelen, gedragsbeïnvloeding en technologische innovaties.

Relatie met voorliggend inpassingsplan

Onderhavig veegplan sluit aan op de in de omgevingsvisie gestelde ambities.

Omgevingsverordening Limburg

In de Omgevingsverordening Limburg staan regels op het gebied van milieu, wegen, water, grond, landbouw, natuur, wonen en ruimte. Alle regels die betrekking hebben op het omgevingsbeleid zijn ondergebracht in één verordening.

De Omgevingsverordening bevat grofweg twee typen regels:

  • instructies gericht tot gemeenten of het waterschap;
  • regels voor activiteiten die rechtstreeks voor een ieder gelden of voor specifieke doelgroepen.

Met de komst van de Omgevingswet is een nieuwe omgevingsverordening nodig die past binnen de kaders en de bewoordingen van de Omgevingswet.

De Omgevingsverordening Limburg kent voor een aantal onderwerpen andere regels, of regels onder een andere benaming dan de vorige omgevingsverordening. Het meest in het oog springt de natuur- en landschapsbescherming. De zones 'Goudgroene natuur', 'Zilvergroene natuur' en de 'Bronsgroene Landschapszone' zijn gewijzigd. De Goudgroene natuurzone is onderdeel geworden van het Natuurnetwerk Nederland (Natuurnetwerk Limburg) en de Zilvergroene en Bronsgroene zones zijn samengevoegd tot de 'Groen-Blauwe Mantel'.

Relatie met voorliggend inpassingsplan

Onderhavig veegplan sluit aan op de in de omgevingsverordeningen gestelde regels.

3.3 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Heerlen 2035

Door de gemeenteraad van Heerlen is op 7 juli 2015 een structuurvisie voor het gehele grondgebied van de gemeente Heerlen vastgesteld. In de structuurvisie worden verwachte trends en ontwikkelingen op diverse beleidsterreinen, die invloed hebben op ruimtelijke opgaves, geanalyseerd en integraal met elkaar in verband gebracht. Deze trends en ontwikkelingen, afgezet tegen de huidige structuur en opbouw van de stad, geven inzicht in de toekomstige ruimtevraag op diverse beleidsterreinen.

Het doel van de Buitenring wordt beschreven als het verbeteren van de bereikbaarheid en het vestigingsklimaat van werklocaties in Brunssum, Landgraaf, Kerkrade en Heerlen-Oost.

Relatie met voorliggend inpassingsplan

Onderhavig veegplan sluit aan op de in de structuurvisie gestelde ambities.

Structuurvisie Brunssum 2025

Door de gemeenteraad van Brunssum is op 19 oktober 2009 een structuurvisie voor het gehele grondgebied van de gemeente Brunssum vastgesteld. De gemeente Brunssum ziet de komende jaren een groot aantal ontwikkelingen op zich afkomen. De meest wezenlijke ontwikkeling is de vergrijzing en krimp van de bevolking die voor de hele regio Parkstad wordt verwacht. Op deze demografische ontwikkelingen zelf kan de gemeente weinig invloed uitoefenen. Wel ziet de gemeente het als haar opgave om de negatieve effecten van deze demografische ontwikkeling zoveel mogelijk te verzachten. Het gaat echter niet alleen om het beperken van negatieve effecten. De gemeente wil vooral de kansen benutten die zich voordoen ten gevolge van deze ontwikkelingen en de eigen positie die Brunssum daarin heeft of kan innemen. Brunssum kiest daarom voor de slag van Woongemeente naar Leefgemeente. Zij neemt niet alleen de verantwoordelijkheid op zich de woningvoorraad en het voorzieningenaanbod in het bestaand stedelijk gebied geschikt te maken voor de toekomst (met het vizier op 2025). De gemeente zet ook actief in op nieuwe ontwikkelingen in de Oostflank, waar toerisme, leisure en economie een nieuwe impuls moeten gaan geven aan goed recreëren en werken in Brunssum. Met deze economische impuls wil de gemeente het voor jonge mensen aantrekkelijk maken om in Brunssum te blijven en komen wonen en werken. Een dynamiek stimuleren die er voor zorgt dat in Brunssum ook in de toekomst geleefd kan worden.

Essentieel daarbij is een goede bereikbaarheid en aansluiting op de regionale infrastructuur. De Buitenring is vanuit dit oogpunt onontbeerlijk voor de toekomstige ontwikkeling van Brunssum.

Relatie met voorliggend inpassingsplan

Onderhavig veegplan sluit aan op de in de structuurvisie gestelde ambities.

Structuurvisie Landgraaf 2030

Door de gemeenteraad van Landgraaf is op 15 december 2011 een structuurvisie voor het gehele grondgebied van de gemeente Landgraaf vastgesteld. De structuurvisie is bedoeld om zorgvuldig naar toekomstige ontwikkelingen te kijken. Niet alleen kan daarin een zicht geboden worden op alle plannen die in ontwikkeling zijn in hun onderlinge samenhang, maar bovendien kunnen we er in aangeven wat we noodzakelijk achten, of op zijn minst willen onderzoeken, om Landgraaf ook voor de komende decennia te laten zijn wat het nu is: een stad waarin wonen, werken en ontspannen een genoegen zijn, met een eigen identiteit die de regio en de provincie overstijgt. Het is bekend: met Pinkpop en Snowworld – waar we als gemeente zo ruimhartig plaats aan bieden - en andere toeristische attracties, zijn we een geducht "merk". Die positie zorgt ervoor dat we in de regio een sterke toeristisch-economische functie hebben die we verder kunnen uitbouwen.

Het doel van de Buitenring wordt beschreven als het verbeteren van de bereikbaarheid.

Relatie met voorliggend inpassingsplan

Onderhavig veegplan sluit aan op de in de structuurvisie gestelde ambities.

Structuurvisie Kerkrade 2020

Door de gemeenteraad van Kerkrade is op 30 maart 2011 een structuurvisie voor het gehele grondgebied van de gemeente Kerkrade vastgesteld. De Structuurvisie Kerkrade 2010-2020 betreft een gemeentelijk strategisch beleidsdocument, waarin op hoofdlijnen de afwegingen en keuzes voor de komende tien jaar zijn beschreven. Deze 'kapstok' van alle plannen van de gemeente is een richtinggevend document waarin duidelijk wordt welk sociaal, economisch en ruimtelijk beleid de gemeente nastreeft. De visie schetst een beeld van Kerkrade, van haar ontstaan en van de wijze waarop de gemeente samen met inwoners en andere partijen de komende jaren aan de slag wil gaan. De ambitie van Kerkrade is om een Europese en gastvrije stad te zijn.

Het doel van de Buitenring wordt beschreven als het verbeteren van de aansluitingen op (inter) nationaal en (inter) regionaal verbindende wegen en het versterken van de economische en de toeristischrecreatieve structuur in de regio. Tevens dient de Buitenring de bereikbaarheid van de bestaande woonkernen te verbeteren en de verkeersveiligheid en leefbaarheid in deze gebieden te verbeteren.

Relatie met voorliggend inpassingsplan

Onderhavig veegplan sluit aan op de in de structuurvisie gestelde ambities.

Hoofdstuk 4 Milieu- en overige aspecten

De verschillende (milieu)onderzoeken waaraan getoetst dient te worden bij het opstellen van een inpassingsplan, zijn behandeld in het PIP BPL 2012 en het PIP Optimalisatie Kranenpool Brunssum. De onderzoeksthema's zijn in dit besluit reeds afgewogen en behoeven geen herhaalde toetsing in het veegplan. Onderstaand overzicht geeft dan ook enkel inzicht in de wijzigingen die het Veegplan mogelijk maakt en de gevolgen van deze wijzigingen voor de verschillende onderzoeksaspecten:

Verkeer 

De wegen in het plangebied zijn opgenomen in de bestemming 'Verkeer', deze bestemming is zodanig breed opgenomen dat de gronden die benodigd zijn voor het beheer en onderhoud van de wegen onderdeel zijn van de bestemming 'Verkeer'. Er zijn zowel gemeentelijke wegen als provinciale wegen opgenomen in het Veegplan Buitenring Parkstad Limburg 2023. De wijzigingen die het Veegplan Buitenring Parkstad Limburg 2023 nu mogelijk maakt doen geen afbreuk aan het wegontwerp zoals onderzocht in het kader van het PIP BPL 2012. Een toevoeging ten opzichte van het PIP BPL 2012 betreft het fietspad parallel aan de Industriestraat, de toevoeging van een vrijliggend fietspad verbetert de verkeersveiligheid.

Geluid
Voor het aspect geluid zijn er geen wijzigingen ten opzichte van de eerdere plannen. Er heeft dan ook geen nieuwe toetsing in het kader van het veegplan plaatsgevonden.

Luchtkwaliteit
Voor het aspect lucht zijn er geen wijzigingen ten opzichte van de eerdere plannen. Er heeft dan ook geen nieuwe toetsing in het kader van het veegplan plaatsgevonden.

Externe veiligheid
Voor het aspect externe veiligheid zijn er geen wijzigingen ten opzichte van de eerdere plannen. Er heeft dan ook geen nieuwe toetsing in het kader van het veegplan plaatsgevonden.

Natuur
In het kader van de vergunning Natuurbeschermingswet zijn diverse gronden uitgeruild, het betreft met name percelen met een bestemming 'Agrarisch met waarden' en 'Natuur'. Door deze uitruil is de natuurcompensatie van de Buitenring conform de vergunning Naruurbeschermingswet uit 2017 opgenomen. De compensatie gronden uit het PIP BPL 2012 zijn niet een op een gelijk aan de gronden in de vergunning Natuurbeschermingswet, de uitgeruilde gronden zijn dan ook conform de vergunning Naruurbeschermingswet aangepast. Hiermee wordt de discrepantie tussen het PIP BPL 2012 en de Nwb-vergunning uit 2017 dus opgeheven.

Archeologie
Voor het aspect archeologie zijn er geen wijzigingen ten opzichte van de eerdere plannen. Er heeft dan ook geen nieuwe toetsing in het kader van het veegplan plaatsgevonden.

Bodem
Voor het aspect bodem zijn er geen wijzigingen ten opzichte van de eerdere plannen. Er heeft dan ook geen nieuwe toetsing in het kader van het veegplan plaatsgevonden.

Water
De Geleenbeek en de Rode Beek zijn opgenomen conform de feitelijke situatie. De bestemming is specifieker opgenomen dan voorheen, hierdoor is een deel (de oever van de beek) van de bestemming 'Waterstaat - Primair water' omgezet in 'Natuur' en zijn enkel de gronden waar de beek zich bevindt opgenomen in de bestemming 'Waterstaat - Primair water'.

Landschap en cultuurhistorie
De inpassing van de Buitenring in het landschap kan geoptimaliseerd worden door de bestemmingen van de overhoeken aan te laten sluiten bij de naastliggende bestemmingen. Tevens wordt de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' toegekend aan de badhokjes bij de manege Brunssummerheide.

Hoofdstuk 5 Juridische regeling

5.1 Ruimtelijk plan

In deze paragraaf wordt een beschrijving gegeven van de juridische regeling van het inpassingsplan. De juridische regeling bestaat uit een verbeelding (zie paragraaf 5.2) en een set regels (zie paragraaf 5.3). Deze onderdelen vormen het planologisch-juridisch kader, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en dienen dan ook altijd gezamenlijk geraadpleegd en gelezen te worden.

5.2 Verbeelding

Op de verbeelding van het inpassingsplan zijn de voor het tracé inclusief bijbehorende taluds en bermen benodigde gronden aangeduid met de bestemming 'Verkeer'. Daar waar de Buitenring het spoor kruist is de bestemming 'Verkeer - Railverkeer' opgenomen. Daarnaast zijn naast het tracé van de Buitenring gronden bestemd als 'Agrarisch met waarden', 'Bedrijf', 'Bedrijventerrein - 1', 'Bedrijventerrein - 2', 'Berm', 'Groen', 'Maatschappelijk - Militaire zaken', 'Natuur', 'Recreatie - Volkstuin', 'Sport', 'Tuin', 'Waterstaat - Primair water' en 'Wonen'. Bovendien zijn enkele dubbelbestemmingen opgenomen, onder meer ter plaatse van de planologisch relevante leidingen en om de aanwezige archeologisch waarden te beschermen.

5.3 Regels

De regels bestaan uit vier hoofdstukken. In hoofdstuk 1 zijn de inleidende regels opgenomen (aritkel 1 en 2). Hoofdstuk 2 omvat de bestemmingsregels (artikel 3 t/m 9), en de dubbelbestemmingen (artikel 10 t/m 19). Verder zijn in hoofdstuk 3 de algemene regels opgenomen (artikel 20 t/m 24) en tot slot staan in hoofdstuk 4 de overgangs- en slotregels (aritkel 25 en 26).

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

 Artikel 1 Begrippen

De in de regels opgenomen voorkomende begrippen worden hier omschreven ter voorkoming van misverstanden of verschil in interpretatie.

Artikel 2 Wijze van meten

In dit artikel is een omschrijving gegeven van de wijze waarop het meten dient plaats te vinden. Tevens is een uitmeetbepaling opgenomen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

De bestemmingen zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen:

  • een bestemmingsomschrijving;
  • bouwregels;
  • afwijken van bouwregels;
  • specifieke gebruiksregels;
  • afwijken van de gebruiksregels;
  • omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.

Artikel 3 Agrarisch

In deze bestemming zijn de agrarische gronden opgenomen. Deze gronden zijn bestemd voor agrarische activiteiten en agrarisch bedrijfsmatig gebruik. Voor deze bestemming geldt dat de bouwmogelijkheden beperkt zijn tot kleine gebouwtjes voor nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouw zijnde. Voor de bestemming is ook voorzien in een vergunningstelsel voor bepaalde werken, geen bouwwerk zijnde c.q. werkzaamheden.

Artikel 4 Agrarisch met waarden

In deze bestemming zijn de agrarische gronden met waarden opgenomen. Deze gronden zijn bestemd voor agrarische activiteiten, agrarisch bedrijfsmatig gebruik en het behoud en de ontwikkeling van aanwezige waarden. Voor deze bestemming geldt dat de bouwmogelijkheden beperkt zijn tot kleine gebouwtjes voor nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouw zijnde. Voor de bestemming is ook voorzien in een vergunningstelsel voor bepaalde werken, geen bouwwerk zijnde c.q. werkzaamheden.

Artikel 5 Agrarsich - Agrarisch Bedrijf

In deze bestemming zijn de gronden opgenomen waar een agrarisch bedrijf mag worden uitgeoefend.

Artikel 6 Bedrijf

In deze bestemming zijn de gronden opgenomen waar een bedrijf mag worden uitgeoefend.

Artikel 7 Bedrijf - Bergbezinkbassin

In deze bestemming zijn de gronden opgenomen naast het bergbezinkbassin aan de Dentgenbachweg.

Artikel 8 Bedrijventerrein - 1

In deze bestemming zijn de gronden opgenomen waar een bedrijf mag worden uitgeoefend.

Artikel 9 Bedrijventerrein - 2

In deze bestemming zijn de gronden opgenomen waar een bedrijf mag worden uitgeoefend. Op verzoek van de gemeente Brunssum worden de regels voor de bestemming Bedrijf in de gemeente Brunssum aangepast aan die van de naastliggende gronden.

Artikel 10 Berm

Binnen de bestemming zijn o.a. taluds, bermen en groenvoorzieningen mogelijk.

Artikel 11 Groen

Voor de groenvoorzieningen binnen het plangebied is de bestemming "Groen" opgenomen.

Artikel 12 Maatschappelijk - Militaire zaken

Binnen deze bestemming is het in eigendom van Defensie zijnde bosgebied bestemd voor het behoud en/of het herstel van de aanwezige landschappelijke en natuurlijke waarden alsmede bossen en houtopstanden. Ook extensieve dagrecreatie, zoals wandelen en fietsen zijn hier toegestaan. Het bosgebied is hier echter ook bestemd voor militair oefenterrein.

Artikel 13 Natuur

De bestemming ‘Natuur’ wordt in het inpassingsplan gebruikt voor de gronden die als compensatie voor verloren Natuurnetwerk Nederland (in Limburg Goudgroene natuurzone) worden gebruikt en als mogelijke uitloopzones van faunapassages. Om de waarden van de gronden te beschermen zijn specifieke gebruiksregels opgenomen en is de afwijkingsmogelijkheid in het kader van de omgevingsvergunning gehanteerd.

Artikel 14 Recreatie - Volkstuin

Binnen het plangebied aanwezige recreatieve voorzieningen als de volkstuinen zijn voorzien van de bestemming 'Recreatie - Volkstuin'. De bouwmogelijkheden voor de volkstuinen zijn afgestemd op de huidige situatie.

Artikel 15 Sport

Voor de in de plangebied gelegen sportvoorzieningen is de bestemming 'Sport' opgenomen.

Artikel 16 Tuin

Voor de in de plangebied gelegen tuinen is de bestemming 'Tuin' opgenomen.

Artikel 17 Verkeer

De binnen het plangebied aanwezige wegen met bijbehorende bermstroken, taluds en watergangen zijn bestemd tot ‘Verkeer’. De regels zijn afgestemd op de betreffende functie. Mede gelet op het bepaalde in artikel 3.3.1 Bro is geregeld dat binnen deze bestemming verkeerswegen zijn toegestaan met maximaal 2x2 rijstroken inclusief alle bijbehorende voorzieningen. Voor Faunapassages en ecoducten zijn aanduidingen opgenomen.

Artikel 18 Verkeer - Railverkeer

Voor de gronden ter plaatse van het spoor is de bestemming ‘Verkeer - Railverkeer’ opgenomen. Buiten de functies die genoemd zijn onder de bestemming ‘Verkeer’ zijn hier tevens spoorwegen toegestaan met bijbehorende voorzieningen.

Artikel 19 Wonen

De gronden binnen deze bestemming zijn bedoeld voor woondoeleinden en tuin.

Artikel 20 Leiding - Gas

In het plangebied zijn gasleidingen aanwezig, middels de dubbelbestemming Leiding - Gas zijn de belangen van deze leidingen gewaarborgd.

Artikel 21 Leiding - Hoogspanning

In het plangebied zijn hoogspanningsleidingen aanwezig, middels de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanning zijn de belangen van deze leidingen gewaarborgd.

Artikel 22 Leiding - Leidingenstrook

De voor 'Leiding - Leidingenstrook' aangewezen gronden zijn bestemd voor de aanleg en instandhouding van de aanwezige leidingen.

Artikel 23 Leiding - Riool

In het plangebied zijn rioolleidingen aanwezig, middels de dubbelbestemming Leiding - Riool zijn de belangen van deze leidingen gewaarborgd.

Artikel 24 Leiding - Water

In het plangebied zijn waterleidingen aanwezig, middels de dubbelbestemming Leiding - Water zijn de belangen van deze leidingen gewaarborgd.

Artikel 25 Waarde - Archeologie

Voor een deel van het plangebied geldt de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie’. Deze gronden zijn primair bestemd voor bescherming en behoud van archeologische waarden. Tevens is bepaald welke werken, geen gebouw zijnde en werkzaamheden uitsluitend toegestaan zijn met een afwijking in het kader van de omgevingsvergunning indien de belangen van de archeologische waarden niet worden geschaad.

Artikel 26 Waarde - Archeologie 3

Voor een deel van het plangebied geldt de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 3’. Deze gronden zijn primair bestemd voor bescherming en behoud van archeologische waarden. Tevens is bepaald welke werken, geen gebouw zijnde en werkzaamheden uitsluitend toegestaan zijn met een afwijking in het kader van de omgevingsvergunning indien de belangen van de archeologische waarden niet worden geschaad.

Artikel 27 Waarde - Cultuurhistorie

De dubbelbestemming ‘Waarde - Cultuurhistorie’ is opgenomen ter behoud van de bescherming van de badhokjes van de manege Brunssummerheide.

Artikel 28 Waarde - Cultuurhistorie 2

De dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 2' is opgenomen ter behoud van de bescherming van Schutterspark.

Artikel 29 Waarde - Ecologie

Langs beeklopen die de bestemming ‘Verkeer’ kruisen is een zone aangewezen met ecologische waarden. Deze dubbelbestemming voorziet in de bescherming van daar aanwezige of verwachte natuur- en landschapswaarden.

Artikel 30 Waarde - Ecologie 2

De gebieden aangeduid als ecologische hoofdstructuur zijn juridisch beschermd middels het de dubbelbestemming 'Waarde - Ecologie 2'.

Artikel 31 Waterstaat - Primair water

Binnen deze bestemming zijn primaire watergangen opgenomen die niet binnen de bestemming ‘Verkeer’ gelegen zijn alsmede waterbergingsvoorzieningen.

Artikel 32 Waterstaat - Waterstaatkundige functie

De dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' is opgenomen voor de primaire watergang, ter plaatse van de watergang zelf en de aangrenzende zone die in de legger van het waterschap is aangeduid.

Artikel 33 Waterstaat- Waterlopen

De dubbelbestemming 'Waterstaat- Waterlopen' is opgenomen ter bescherming van een waterloop, alsmede de retentievoorzieningen in het noordelijk gedeelte van het plangebied. Ter bescherming van de waterloop is bepaald dat op deze gronden geen bebouwing is toegestaan, behoudens ontheffing door burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 34 Anti-dubbeltelbepaling

Hierin is geregeld dat gronden die reeds bij het toestaan van een bouwplan zijn meegenomen niet nog eens bij een nieuw bouwplan in aanmerking mogen worden genomen.

Artikel 35 Algemene bouwregels

In dit artikel zijn de bouwregels opgenomen die voor het gehele plangebied van toepassing zijn.

Artikel 36 Algemene aanduidingsregels

In het inpassingsplan zijn de volgende gebiedsaanduidingen opgenomen:

  • geluidzone - industrie: Als gevolg van de ligging binnen de geluidszone van de gezoneerde bedrijventerreinnen is de aanduiding 'geluidzone - industrie opgenomen.
  • geluidzone - vliegverkeer: De gronden ter plaatse van deze aanduiding zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de geluidsbelasting van het vliegverkeer. In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen hier geen nieuwe woningen en andere geluidsgevoelig gebouwen worden gebouwd.
  • luchtvaartverkeerzone: deze gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, bedoeld voor (de bescherming van) een invliegfunnel. Binnen deze aanduiding gelden nog nadere aanduidingen waarmee de maximaal toegestane bouwhoogte is vastgelegd. Deze varieert binnen de luchtvaartzone van 110 m tot 220 m boven N.A.P.
  • milieuzone - erosie: De doelstelling aangaande erosie is het terugdringen van bodemerosie en wateroverlast tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau. Als toetsingscriterium geldt dan ook vermindering van de bodemerosie en de daarmee gepaard gaande wateroverlast. Dit differentiatievlak bevat maatregelen om bodemerosie tegen te gaan.
  • milieuzone - geurzone een geurzone ten behoeve van het bergbezinkbassin Molenvaart. Binnen deze zone mogen geen geurgevoelige objecten worden opgericht;
  • milieuzone - rijksbufferzone: aan de regels is een beperking toevoegd voor met name andere dan recreatieve en agrarische ontwikkelingen. Dit met als doel om het gebied tussen Sittard-Geelen en Parkstad open te houden en niet aan elkaar te laten groeien.
  • overige zone - ecologische hoofdstructuur: ten behoeve van de bescherming van o.a. bestaande en te ontwikkelen bos- en natuurgebieden en beken met een specifiek ecologische functie.
  • overige zone - reserveringszone Buitenring Parkstad Limburg: ten behoeve van een reserveringszone voor de Buitenring Parkstad Limburg;
  • veiligheidszone - leiding: ter plaatse van dezeaanduiding mogen geen nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden, mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd en mogen de reeds bestaande kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten voor wat betreft bouw- en goothoogte en bebouwingspercentage niet worden uitgebreid. Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemmingverlenen om af te wijken met dien verstande dat:
      • Het betreffende (beperkt) kwetsbare object niet wordt gerealiseerd dan wel uitgebreid binnen de plaatsgebonden risicocontour (10-6);
      • indien sprake is van een toename van het groepsrisico, daarover een verantwoording van he groepsrisico plaatsvindt.
  • veiligheidszone - lpg 1 ten behoeve van de de externe veiligheid bij tankstations is deze aanduiding opgenomen. Hierbinnen mogen geen kwetsbare objecten worden opgericht.
  • veiligheidszone - lpg 2 ten behoeve van het aandachtsgebied groepsrisico in het kader van externe veiligheid bij tankstations is deze aanduiding opgenomen.
  • vrijwaringszone - straalpad: ten behoeve van de bescherming van de straalverbinding is een vrijwaringszone opgenomen. In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet hoger worden gebouwd dan 20 meter ten opzichte van N.A.P.
  • veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen: ter plaatse van deze aanduiding mogen geen kwetsbare objecten worden gerealiseerd: de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) kent de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het inpassingsplan. Activiteiten worden verboden maar als in het concrete geval geen bezwaar bestaat, kunnen alsnog worden toegelaten aan de hand van een nadere beoordeling. Op grond van de planregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen' geen nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden, mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gerealiseerd en mogen de reeds bestaande kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten voor wat betreft bouw- en goothoogte en bebouwingspercentage niet worden uitgebreid. Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming te verlenen afwijken met dien verstande dat:
      • a. Het betreffende (beperkt) kwetsbare object niet wordt gerealiseerd dan wel uitgebreid binnen de plaatsgebonden risicocontour (10-6);
      • b. indien sprake is van een toename van het groepsrisico, daarover een verantwoording van he groepsrisico plaatsvindt.
  • vrijwaringszone - weg: ter plaatse van deze mogen geen bouwwerken worden gebouwd, anders dan tijdelijke bouwwerken als bedoeld in artikel 5.16 eerste lid, onder a van het Besluit omgevingsrecht of een bijbehorend bouwwerk als bedoeld in artikel 1, eerste lid Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht.

Artikel 37 Algemene afwijkingsregels

In dit artikel zijn de afwijkingsregels opgenomen die voor het gehele plangebied van toepassing zijn. Het gaat hier om een afwijkingsregel die het mogelijk maakt om maximaal 10% van de in de regels opgenomen maten af te wijken, vanwege de noodzaak van een technisch betere realisatie van het project.

Artikel 38 Algemene wijzigingsregels

De algemene wijzigingsregels die voor het hele plangebied van toepassing zijn, zijn in dit artikel opgenomen. Het is met een wijzigingsplan mogelijk om onder voorwaarden functieaanduidingen te verwijderen of te creëren of grenzen van bestemmingsvlakken en functieaanduidingen te wijzigen of gronden met de bestemming ‘Leiding - Gas’, ‘Leiding - Riool’, en ‘Leiding - Water’ te wijziging door bestemmingsvlakken aan te passen, toe te voegen en/of te verwijderen.

Artikel 40 Overige regels

In dit artikel is aangegeven dat de regels waarnaar het plan verwijst, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan. Tevens worden de algemene bepalingen van de bestemmingsplannen waarop het inpassingsplan betrekking heeft buiten toepassing verklaard.

Hoofdstuk 4 OVergangs- en slotregels

Artikel 41 Overgangsrecht

In dit artikel is het overgangsrecht met betrekking tot bouwwerken en gebruik opgenomen. Hierin is een regeling opgenomen om vergunde rechten die in strijd zijn met het inpassingsplan, te respecteren.

Artikel 42 Slotregel

Dit laatste artikel geeft de titel van de regels aan.

Hoofdstuk 6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Op dit inpassingsplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing. Het ontwerp inpassingsplan wordt voor een periode van zes werken ter visie gelegd. Eenieder kan binnen deze periode een zienswijze indienen.

Vooroverleg

Het concept-ontwerp inpassingsplan is aan de volgende vooroverleg partners voorgelegd:

  • Gemeente Beekdaelen
  • Gemeente Heerlen
  • Gemeente Brunssum
  • Gemeente Landgraaf
  • Gemeente Kerkrade
  • Rijkswaterstaat Limburg
  • Waterschap Limburg
  • Rijksvastgoedbedrijf
  • Leidingbeheerders

Over dit plan is vooroverleg gevoerd met onze partners. Dit heeft tot aanscherping van het plan geleid. Vervolgens zijn de gemeenteraden van de vijf betrokken gemeenten gehoord. De gemeenten Beekdaelen, Brunssum, Kerkrade en Heerlen hebben aangegeven af te zien van reactie of onder voorwaarden in te kunnen stemmen met het plan. Gemeente Landgraaf heeft in reactie één opmerking gemaakt welke in het vooroverleg niet aan bod was gekomen. Hierover is vervolgens nader ambtelijk overleg gevoerd.

Terinzagelegging ontwerp Inpassingsplan

Op 25 april 2023 is het ontwerp inpassingsplan gepubliceerd en heeft het van 26 april 2023 tot en met 7 juni 2023 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Een ieder heeft in deze periode kunnen reageren op het ontwerp inpassingsplan.

Er zijn vier zienswijzen op het ontwerp inpassingsplan ontvangen. De zienswijzen zijn samengevat en beantwoord in de Nota van Zienswijzen en Wijzigingen, deze nota is toegevoegd als Bijlage 2.

Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid

Het Veegplan Buitenring Parkstad Limburg 2023 heeft als doel om de gronden te bestemmen conform het beoogde gebruik c.q. gerealiseerde gebruik, in principe komen daar geen werkzaamheden uit naar voren. Aangezien bij vaststelling van PIP BPL 2012 en PIP Optimalisatie Kranenpool Brunssum door Provinciale Staten de economische uitvoerbaarheid van de BPL als geheel aangetoond is, is een verdere onderbouwing van de economische uitvoerbaarheid overbodig. Het plan maakt een beperkt aantal nieuwe ontwikkelingen mogelijk (door het wijzigen van bestemmingen), deze ontwikkelingen worden evneens uitvoerbaar geacht. Het plan is economisch uitvoerbaar.