direct naar inhoud van Artikel 16 Waterstaat - Beschermingszone primair water
Plan: Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg
Status: ontwerp
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9931.PIPBuitenring-ON01

Artikel 16 Waterstaat - Beschermingszone primair water

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Waterstaat - Beschermingszone primair water ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor bescherming, beheer en onderhoud van primaire wateren overeenkomstig de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas.

16.2 Bouwregels

Op de voor ' Waterstaat - Beschermingszone primair water ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de (bouw)hoogte niet meer dan 2,5 m mag bedragen.

16.3 Ontheffing van de bouwregels

Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 16.2, en toestaan dat bebouwing wordt opgericht binnen de beschermingszone, mits

  • a. het belang van het primaire water niet onevenredig wordt aangetast;
  • b. wordt gebouwd ten dienste van de bestemming 'Verkeer'. Hiertoe dient vooraf advies ingewonnen te worden bij de Waterbeheerder. Het bepaalde in artikel 6 is van overeenkomstige toepassing na verlenen van de ontheffing.
16.4 Aanlegvergunning
16.4.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waterstaat - Beschermingszone primair water zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Gedeputeerde Staten (aanlegvergunning) werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren die de continuïteit van de waterhuishouding in gevaar kunnen brengen.

16.4.2 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in 16.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;

b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;

c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende aanlegvergunning

16.4.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 16.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:

a. geen onevenredige aantasting plaats vindt van het doelmatig functioneren van de watergang;

b. vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de betreffende beheerder van de watergang.