direct naar inhoud van Artikel 16 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Buitenring Parkstad Limburg
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9931.PIPBuitenring-VG01

Artikel 16 Waarde - Cultuurhistorie

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), bestemd voor het behoud en herstel van de hoogwaardige ruimtelijke, esthetische en functionele kwaliteiten van de openbare ruimte en onbebouwde gronden en de beleving van de karakteristieke bebouwing van het beschermd dorpsgezicht;

16.2 Nadere eisen

Gedeputeerde Staten kunnen met het oog op het bepaalde in lid 16.1 alsmede de landschappelijke inpassing nadere eisen stellen aan:

  • a. de situering en maatvoering van bouwwerken die mogen worden gebouwd volgens de overige hier voorkomende bestemmingen;
  • b. de uitvoering en het materiaalgebruik van bouwwerken die mogen worden gebouwd volgens de overige hier voorkomende bestemmingen;
  • c. de situering van bomen en beplanting.

16.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
16.3.1 Verbod

Ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige cultuurhistorische waarden is het verboden, behoudens het bepaalde in lid 16.3.2, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van Gedeputeerde Staten op of in gronden met dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' (de in lid 16.1 bedoelde gronden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het rooien van bomen en opgaande beplanting zoals hagen en heggen;
  • b. het aanbrengen van bomen en opgaande beplanting zoals hagen en heggen, anders dan in het kader van vervangende herplant en anders dan het aanbrengen van laanbegeleidende bomen ter plaatse van de binnen de bestemming Verkeeropgenomen aanduiding ‘specifieke vorm van groen – laanbeplanting’;
  • c. het aanleggen of verharden van wegen, parkeergelegenheden, pleinen, paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het dempen en/of verleggen van watergangen;
  • e. het ontginnen, verlagen of afgraven, het ophogen of egaliseren van de bodem met meer dan 0,30 m ten opzichte van de bestaande toestand.

16.3.2 Uitzondering op verbod

Het in lid 16.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. reeds in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.

16.3.3 Afwegingskader

De werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden zoals bedoeld in lid 16.3.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de schoonheid en ruimtelijke samenhang van het Beschermd Dorpsgezicht zoals omschreven in de aanwijzingsbesluiten. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij een door Gedeputeerde Staten aan te wijzen onafhankelijk ter zake deskundige.

16.3.4 Strafbaarstelling

Overtreding van het verbod in lid 16.3.1 is een strafbaar feit.