direct naar inhoud van Artikel 8 Verkeer - Railverkeer
Plan: Buitenring Parkstad Limburg
Status: vastgesteld
Plantype: inpassingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.9931.PIPBuitenring-VG01

Artikel 8 Verkeer - Railverkeer

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegen en de daarbij behorende bermen, taluds en spoorwegovergangen;
  • b. wegen, met niet meer dan 2 x 2 doorgaande rijstroken, alsmede opstelstroken, in- en uitvoegstroken en de daarbij behorende bermen en taluds;
  • c. langzaamverkeersverbindingen zoals voet- en fietspaden;
  • d. faunapassages en ecoducten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - faunapassages';
  • e. onderdoorgangen, viaducten en andere kunstwerken;
  • f. bruggen;
  • g. geluidwerende voorzieningen;
  • h. kabels en leidingen;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. bouwwerken ten behoeve van de (rail)verkeersregeling, de (rail)verkeersaanduiding of de verlichting;
  • m. werkterrein.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouwen

Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte per gebouw maximaal 20 m2 mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte maximaal 5 meter mag bedragen.

8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen maximaal 3 meter mag bedragen.
  • b. de bouwhoogte van bruggen, viaducten en ecoducten maximaal 8 meter mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van de railverkeersregeling, de verkeersaanduiding of de verlichting maximaal 18 meter mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van spoorvoorzieningen maximaal 10 meter mag bedragen
  • e. de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen maximaal 7 meter mag bedragen;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 5 meter mag bedragen.